maandag 13 december 2010

Coulisse van de troost


De schaduw van mijn hand
omsluit de concentratie,
duikt onder in de vroomheid
van verbeelding, die alle
zilveren momenten dekt.

Ik ontwerp de doorgang
naar de geest in cirkels
van het schrift dat voortrolt
langs de voltes van de rede
om het wachten te beoefenen,
het aarzelen bij het keren
van de drift te onderhouden.
Zo dwingend helder belt het.

Het verlangen ligt verscholen
en het staart met rood
omrande ogen uit dit blad
omhoog, bloemen uit een laag
van sneeuwkristallen, ijle
schemer van de roerloosheid.

Het besef van het verlies smelt
nooit en de belofte van de
eindigheid is onontkoombaar.
Ik voer eindeloos gesprekken
met de regels die ik schrijf,
voer kalm de dialogen met
de woorden, maar het blijven
lege maten voor herinnering,
boeken op de plank.

Gedichten worden mededogen,
merkwaardig voor herkenning,
koel, diffuus en ronder zoals
het schrift dat troebel voortijlt
langs de schermen van mijn
geestesoog en dat mijn lijfspreuk stelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten